3 maart 1991. Vier blanke politieagenten slaan de zwarte, ongewapende taxichauffeur Rodney King brutaal in elkaar bij zijn arrestatie. Het geweld wordt gefilmd door een bewoner aan de andere kant van de straat. 16 maart 1991. Een Koreaanse winkelier schiet Latasha Harlin, een 15-jarig zwart meisje, dood wegens een vermoeden dat zij een fles appelsiensap wou stelen. Een jaar later op 21 april 1992 zorgt een blanke rechter ervoor dat zij een verminderde straf krijgt. Op 29 april worden de vier blanke agenten die Rodney King belaagden door een voornamelijk blanke jury vrijgesproken voor het gebruik van buitensporig geweld. De uitspraak werd de spreekwoordelijke druppel en diezelfde dag escaleerde een vredig protest tot dagenlang geweld, plundering en brandstichting in zuidelijk Los Angeles. Agenten kregen het bevel geen actie te ondernemen. In het noorden werden de straten tussen Koreatown en de rijke blanke buurten afgesloten door politie. Koreaanse winkeleigenaars, aan hun lot overgelaten, organiseerden hun eigen gewapende verdediging. Bijna de helft van miljarden aan schade werd geleden door de Koreaanse gemeenschap. Van de meer dan 60 doden was een derde Latino. In totaal vallen er bijna 2400 gewonden. Op 1 mei vroeg King het geweld te staken. Drie dagen later eindigen de rellen officieel.